Generatie jaren 50, 60 en begin 70
(Met dank aan Ina)
Hoe is het nu mogelijk dat wij als geborenen in de 50-er/60-er/begin 70-er jaren, nog leven? Volgens de theorieën anno 2009 zouden we toch al lang dood moeten zijn?
Wij zaten in auto’s zonder veiligheidsstoeltjes, gordel of airbag. Onze bedden en speelgoed waren geschilderd met verf vol lood en cadmium.
Bovenaan een trap was géén hekje; wie te ver ging kukelde naar beneden. Als je wakker werd in bed hoorde niemand dat, en als er écht iets was moest je hard schreeuwen voordat je ouders het merkten.
Flessen met gevaarlijke stoffen en alle apotheekflessen konden we gewoon met onze handjes en beperkte motoriek openen.
Poorten en deuren gingen gewoon dicht, en als je met je vingers er tussen zat waren ze weg.
Op de fiets zat je achterop met je gat op de bagagedrager en probeerde je vast te houden aan de schroefveren van het zadel voor je.
Een helm hadden ze nog niet eens op een bromfiets, laat staan op een fiets.
Water dronken we uit de kraan, niet uit een fles. Brood stond stijf van conserveringsmiddelen, na twee weken was een Bums nog nét zo vers als in de winkel.
Kleur en smaakstoffen moeten ook toen al bestaan hebben, want zo rood, groen of geel als die limonade toén was, zie ik ze nu écht niet meer.
Een kauwgom legde je ’s avonds op het nachtkastje en stak je ’s morgens weer in je mond.
Op school hadden ze maar één maat bank en met zo’n heerlijk gevaarlijke klep der aan.
Schoenen waren meestal al ingedragen door broer, zus, neef of zo, en ook je fiets was óf te groot óf te klein. Een fiets had geen versnellingen en als een band kapot was leerde je vader je zo snel mogelijk om hem zelf te plakken.
We gingen ’s morgens weg van huis en we kwamen terug als de straatverlichting aan ging. Niemand wist waar we waren in de tussentijd en we hadden geen GSM mee!
Het bos of een park was een plek om te spelen en géén vieze mannetjesverzamelplek.
Als we naar een vriendje gingen, liep je er gewoon naar toe, je hoefde niet aan te bellen en ook geen afspraak te maken. Er ging ook geen volwassene met je mee.
Wij aten ook al koekjes en kregen brood met veel boter en werden toch niet dik.
We dronken uit dezelfde fles als onze vrienden en niemand werd er ziek van.
Wij hadden geen Playstation, Nintendo, X-box, 64 televisiezenders, videofilms, surround sound, eigen televisie’s, computer of internet. Wij hadden vrienden!
We hebben ons gesneden, botten gebroken, tanden uitgevallen en er werd niemand voor naar de rechter gesleept. Dat waren gewoon ‘ongelukken’ en soms kreeg je er ook nog zelf een extra pak slaag voor.
Wij vochten en sloegen elkaar soms groen en blauw, en er was geen volwassene die zich er druk over maakte, laat staan een lieveheersbeestje op je jas kroop.
Pedagogisch verantwoord speelgoed maakten we zelf; met stokken sloegen we naar ballen, we bouwden zeepkisten en merkten onder aan de berg dat we de rem vergeten waren.
We voetbalden op straat, en alleen wie goed was mocht mee doen; wie niet goed genoeg was moest maar blijven kijken en leren omgaan met teleurstellingen.
Op school zaten ook domme kinderen. Zij gingen en kwamen op dezelfde tijd als wij en kregen de zelfde lessen. Zij deden soms een klas nóg een jaar en daarover waren ook geen discussies op ouderavonden. De meester had altijd gelijk.
We smeerden onze boterhammen zelf, met een grote mensen mes, en als je ze vergeten was kon je op school niets kopen! Als je de korst niet at had je een beetje meer honger de rest van de dag.
Wij gingen met de fiets naar school, helemaal zelf, ook in de winter! Als je moeder aan de huisdeur nog naar je zwaaide was je al een watje!
Als je problemen veroorzaakt had waren je ouders het eens met de politie. Ze kwamen wél om je te halen, maar niet om je er uit te lullen. Onze daden hadden consequenties. Dat was duidelijk en je kon je niet verstoppen. Wij hadden vrijheid, mislukkingen, succes en verantwoordelijkheid.
We hebben moeten leren er mee om te gaan. Onze generatie heeft véél mensen voortgebracht die problemen kunnen oplossen,innovatief bezig zijn en daar bij risico durven nemen en voor de gevolgen instaan.
Hoor jij ook daar bij ?
GEFELICITEERD !
WIJ WAREN HELDEN !!! 😉
Donau Delta
Op iedere boomstronk een vogel, allerlei soorten en kleuren….. Reigers in verschillende kleuren, ooievaars, allerlei vogels waarvan ik de namen niet ken, en natuurlijk de pelikanen. Dat is te vinden in de roemeense Donaudelta. Afgelopen maandag en dinsdag was ik daar, door omstandigheden moesten we veel sneller terug dan gepland. Naast het vissen waar we helaas niet zoveel tijd voor hadden is het een unieke ervaring om zoveel pelikanen om je heen te zien. Ik zal in ieder geval een aantal foto’s plaatsen en ik hoop dat we de volgende keer wel een paar dagen kunnen blijven.
Vaslui, Bacau en Suceava
REALITATEA.NET – Provincies Bacau, Vaslui en Suceava in “zwaar weer”
3 jaar blogger
Op 24 juni 2006 schreef ik mijn eerste bericht op mijn weblog. Dat is al weer drie jaar geleden. Wat voor velen een bevlieging leek is toch uitgelopen in een regelmatig schrijven over allerlei dingen, de meeste onderwerpen hebben natuurlijk wel iets met Roemenië te maken, of met het werk in Roemenië. Inmiddels heb ik een groep hele trouwe lezers van mijn weblog maar iedere keer komen er weer nieuwe lezers bij. Ook krijg ik vaak leuke reacties, soms op de weblog maar ook via het contactformulier op de weblog, van mensen die wel eens hier geweest zijn of een bepaalde betrokkenheid hebben met ons werk of met Roemenië. In ieder geval is het leuk om te zien dat heel veel mensen de artikelen op mijn weblog volgen! Ook zijn er leuke contacten onstaan via mijn weblog, mensen die informatie zochten over Bacau kwamen op mijn pagina terecht, er zijn zelfs projecten uit voortgekomen en samenwerkingen met andere organisaties. Een mooi communicatiemiddel. Iedereen die mijn weblog volgt wil ik in ieder geval bedanken voor de interesse! Als afsluiting een mooie omschrijving van wat een weblog nu eigenlijk is op: Wikipedia.
Tering naar de nering zetten
Ik vind uitspraken, gezegden, wijsheden en spreekwoorden altijd erg interesant, ik hou daar wel van. Als ze tenminste op de juiste manier gebruikt worden. Een beetje beeldspraak vind ik ook altijd wel mooi. Aan sommige uitspraken heb ik een hekel, en dan wel een verschrikkelijke hekel. In deze crisistijd krijg ik in meerdere contacten, ik herhaal “in meerdere contacten” , steeds deze uitspraak te horen: tering naar de nering.
Omdat stichtingen en organisaties te lijden hebben onder de financiele crisis is het duidelijk dat ook de inkomsten minder worden. Ook is het zo dat armoede en vooral in geval van ziekte of bijvoorbeeld een beperking ,toeneemt. Dat is allemaal tegenstrijdig. Ik hou het hier bij Roemenië, want dat is het land waar ik werk. Ik snap uiteraard heel goed wat mensen bedoelen met deze uitspraak, maar ja, we verkopen geen schroefjes, maar werken met mensen. Ik begrijp ook dat als je niet dagelijks met dit soort werkzaamheden bezig bent of misschien in een andere cultuur werkt, het ook allemaal niet zo makkelijk te begrijpen is. Juist daarom besteed ik er aandacht aan.
Als er een kankerpatientje om hulp vraagt, vaak kinderen, of er ernstige problemen zijn binnen een gezin, kinderen die hard therapie nodig hebben, of mensen die hun kinderen niet te eten kunnen geven, uit hun appartamenten gezet worden en veel meer van dit soort problemen, en bij ons terecht komen dan lijkt me de uitspraak : tering naar de nering niet erg op z’n plaats….. Als gevestigde organisatie heb je toch de plicht om op één of andere manier een (gezamelijke) oplossing te zoeken, naar de mensen te luisteren, kortom te weten dat veel van onze medemensen in hele moeilijke omstandigheden moeten leven. Daar moeten we waardig en humaan mee omgaan, daarom heb ik dus een hekel aan deze uitspraak.
Speelgoed
Van de Rotaryclub uit Eindhoven kregen we een bedrag van 1000 euro om nieuw speelgoed te kopen voor de kinderen uit onze dagverblijven. Ook de kinderen uit de buurt kunnen er ’s middags mee spelen. Deze “binnenspeelplaats” is afgelopen week door de kinderen in gebruik genomen. Dat was een mooi moment, de uitdrukkingen op de gezichten van de kinderen spraken boekdelen!
We bedanken de mensen van de Rotaryclub voor dit prachtige project.
Roemeense schilder
Dragos Burlacu, schilder, verkoopt een aantal van zijn schilderwerken op doek om de hartoperatie van zijn moeder te kunnen betalen. Als u interesse heeft in één van deze schilderijen dan kunt u altijd contact met mij opnemen. Zijn moeder is erg ziek en hij wil haar op deze manier helpen.
- Jonge marine kapitein 2009 80×100 cm, olieverf op doek
- Reizen 2008 , 70×100 cm olieverf op doek
- Wolken 70 x 100 cm , olieverf op doek
11e nieuwsbrief van SOS Romania
Vandaag is de 11e nieuwsbrief van SOS Romania verschenen. Deze keer kunt u over de volgende onderwerpen lezen:
- voorwoord
- wijs op reis
- jaarverslag 2008
- diverse berichten
- medewerkersnieuws
Bekijk de nieuwsbrief: klik hier
De internet pagina van SOS Romania : http://www.sos-romania.ro/
Piet Piraat
Crisis
Werken in de hulpverlening en dan met name in de landen waar de sociale voorzieningen slecht geregeld zijn is vaak niet zo eenvoudig. Iedereen wil graag zelfstandigheid en liefst zo snel als mogelijk. Roemenie, vandaag aan de dag een europees land. Het lijkt wel of dat het dan vanzelfsprekend is dat alles opgelost is. Het tegengestelde is waar. Wat sociale voorzieningen betreft is er in Roemenie weinig of niks geregeld. Financieringen van sociale dienstverlening is slecht of niet geregeld.
Binnen de Europeese Unie wordt vaak gesproken van gelijke rechten en over discriminatie. Personen met beperkingen, lichamelijke of verstandelijke, hebben zeker geen gelijke rechten in Roemenie en worden aan alle kanten gediscrimineerd. Het begint al bij diensten voor kinderen die bijvoorbeeld een dagopvang nodig hebben. Daar is geen enkele regeling voor. Ook noodopvang voor kinderen is niet geregeld. Er zijn wel voorzieningen, veelal buitenlandse iniatieven. Ook de financiering komt veelal uit het buitenland. Op de arbeidsmarkt is geen plaats voor deze mensen, maar ook de sociale voorzieningen zijn niet geregeld. Eigenlijk is er helemaal niets geregeld.
Als organisatie in Bacau hebben we het grote voorrecht dat we subsidie krijgen van de Roemeense overheid. Ook al is het niet dekkend is het in ieder geval een stap in de goede richting. Gezien de wereldwijde financiele crisis snijd ook de Roemeense overheid in de budgetten en krijgen we dit jaar minder als vorig jaar. Een groot deel van onze activiteiten wordt betaald door de Stichting waarbij ik in dienst ben. Ook hier lopen de inkomsten hard terug. De sociale problemen worden alleen maar groter door de crisis, de inkomsten worden alleen maar minder ook door de crisis. Donaties worden uitgesteld, bedrijven en privepersonen schrappen vaak als eerste de donaties aan goede doelen. Aan de ene kant heel begrijpelijk aan de andere kant is het zo dat mensen die het zo nodig hebben niet alleen in goede tijden hulp nodig hebben.
Binnen onze de nederlandse stichting waar ik in voor werk hebben recent bestuursveranderingen plaatsgevonden. Mijn vriend Wim heeft zijn functie als voorzitter van het Coordinatieteam neergelegd. Dat is helemaal niet leuk. Hij is een van de personen die de afgelopen 18 jaar hard aan “de kar”heeft getrokken. Dat zijn toch veranderingen die het geheel, in deze crisistijd, niet ten goede komen. Afgelopen maand was het 14 jaar geleden dat ik naar Roemenie vertrok, in deze tijd heb ik veel geleerd, hebben we veel kunnen opbouwen. Er waren altijd moeilijke tijden, maar het is nu moeilijker dan ooit. Het lijkt nu net of alles onder je handen afbreekt. In de goede tijden kreeg ik altijd prachtige managament adviezen, nu het moeilijk is wordt het erg stil. Tussen management in betere tijden en management is slechtere tijden zit een groot verschil. “Ik weet het nu ook niet” en “daar hebben we ook geen oplossing voor” schiet ook niet op als er de volgende dag weer 150 kinderen en jongeren op de stoep staan die van onze voorzieningen gebruik maken en wanneer er elke dag ernstig zieke kinderen om hulp komen. Daar kan je moeilijk tegen zeggen: tering naar de nering, daar wordt niemand beter (gezonder) van.
Soms is geld te hard.