Woedend ben ik – Janneke Vos
Collum van Janneke Vos , gepubliceerd met goedkeuring van de auteur. Bedankt Janneke.
Zondagmiddag, 13.00 uur. Ik zie het laatste nieuwsbulletin. Een oude vrouw kruipt uit haar huis, via de gang die hulpverleners naar haar woning hebben gegraven. Ze ziet voor het eerst in 7 dagen daglicht. Ze huilt, dikke tranen biggelen over haar wangen, terwijl ze in de televisiecamera kijkt en zegt: ‘het is beter dat God mij hier haalt, dan dat ik hier nog langer moet blijven. Wat heb ik gedaan dat God mij zo straft?’ En ze kijkt omhoog, naar de mensen die haar hebben bevrijd, en de verslaggeefster zegt net iets te opgewekt: huil niet meer, we zijn gekomen om u te redden. En de vrouw kijkt haar huilend aan en zegt: ‘maar ik wil helemaal niet meer gered worden, ik wil dat God mij hieruit verlost.’
Waar gaat dit over, zullen jullie je afvragen. Het gaat over de enorme problemen die de sneeuw in het zuiden van Roemenië veroorzaakt. Daar is het vanaf vorige week zaterdag gaan sneeuwen. De wind heeft de sneeuw zo opgejaagd dat hele dorpen aan het zicht zijn onttrokken. Vijf tot zes meter hoog. Hulpverleners lopen van dak tot dak. Proberen gangen te graven naar deuren van woningen, stalletjes waarin dieren zich bevinden zonder eten en drinken.
Maar het zijn maar een handjevol hulpverleners. De rest van Roemenië maakt zich druk om het nieuwe parlement dat moet worden geformeerd. Ik zie de afgelopen dagen beelden van weldoorvoede mensen die in dikke auto’s voorrijden in Boekarest, in een rondedans om de macht. Dag in dag uit, en de televisie meldt dat de sfeer goed is en dat er ‘grapjes worden gemaakt.’
Andere nieuwsuitzendingen laten beelden zien van sneeuwstormen, tractoren die tegevergeefs proberen zich een weg te banen naar dorpen met levensmiddelen, water en brandhout. Afgelopen vrijdag meldt het journaal dat er ongeveer 50.000(!!) Roemenen bivakkeren in volledig begraven woningen in totaal in 78(!!) dorpen die volledig geisoleerd zijn omdat er 112 (!!) wegen afgesloten zijn.
Er is geen electriciteit meer, waardoor telefoons niet meer werken. Houtvoorraden zijn niet bereikbaar onder de laag van 5 meter sneeuw. Onbereikbare waterputten. Er zijn tientallen doden die niet begraven kunnen worden, ik zie een oud vrouwtje met haar in de sneeuw en kou omgekomen man, die op het bed ligt opgebaard, in afwachting van hulp.
En gisteren heeft dan de nieuwe premier een bezoek gebracht aan het rampgebied en besloten dat de noodtoestand moet worden uitgeroepen. Acht dagen na de verwachte sneeuwjacht gaan eindelijk op grote schaal militairen en gendarmes op stap. Maar er is een groot gebrek aan bulldozers en ander materieel dat de wegen sneeuwvrij kan maken. De regering roept bouwbedrijven op om hun materieel ter beschikking te stellen. Acht dagen en vele levens te laat. En om de ramp compleet te maken gaat het vanaf morgen weer sneeuwen.
Aan de eerste mensen die ik vanochtend uit hun huizen zie kruipen zijn acht dagen van verschrikkelijke ontbering voorbij getrokken. Mensen huilen en zeggen: ‘we dachten dat we hier zouden sterven als ratten in hun holen.’ En ik denk: ja, je hebt gelijk. Ze laten jullie sterven als ratten in hun holen terwijl ze hun rondedans om de politieke macht met ‘veel grapjes en in goede sfeer’ met verve uitvoeren. En ik zie die oude mevrouw van uitputting bijna omvallen, terwijl ze huilend zegt dat ze niet meer gered wil worden, maar dat ze wil dat God haar naar huis haalt. Ik zit te janken voor de buis. En ik ben woedend. WOEDEND BEN IK.
jammer dat het niet in het roemeens is dan kun je hem in het parlement laten voorlezen, is er dan niemand die daar de verantwoording heeft