5000 euro rijker, een illusie armer.
Met 5000 euro en een föhn terug naar Roemenië.
Hij plukte paprika’s, werkte bij een meubelbedrijf en in een kaasfabriek, stapelde verfblikken en schoffelde bij een plantenkweker. Nu vertrekt de Roemeen Adam Dragos Ionut alweer naar huis. 5000 euro rijker, een illusie armer.
Adam Dragos Ionut staat met een grijs rolkoffertje langs de Oude Bredaseweg in Etten-Leur. Hij wacht op een Roemeens busje, dat hem voor 100 euro terug naar huis brengt. Na 9 lange maanden.
Eind vorig jaar stond hij ook al eens in het AD. Adam figureerde in een reportage over Roemenen die op het punt stonden naar Nederland te vertrekken, waar een nieuw bestaan gloorde nu de grens voor Roemeense arbeiders eindelijk open ging. Hij zag een gouden kans om het straatarme Bacau te ontvluchten. De 35-jarige Roemeen leefde van een uitkering van 100 euro per maand en sjokte doelloos door de besneeuwde stad. De kans op werk was nihil en Adam hoopte op een betere toekomst in Nederland, waar – zo had hij zich laten vertellen – de lonen fantastisch zijn en de levensstandaard hoog.
Nu loopt hij nog even zijn kamertje binnen in het huis in Etten-Leur, dat hij de afgelopen maanden deelde met soms wel twaalf anderen. ‘Dit kamertje kostte me 360 euro per maand. En de man waarmee ik dit hokje deelde betaalde dat ook.’
In het kamertje van krap 2 bij 4 meter staat een eenpersoonsbed, op de grond ligt de vieze matras van zijn kamergenoot. Overal in het huis zijn slaapkamertjes getimmerd. De woonkeuken met meubels van de kringloopwinkel en de badkamer zijn gemeenschappelijke ruimtes.
Terug naar huis
Dan rijdt het Roemeense busje voor. Achter de Ford Transit zit een aanhanger met daarop een Volkswagen Passat zonder kentekenplaten. Een handjevol zwijgende Roemenen zit achterin de bus. Ook hun Nederlandse droom is voorbij. De komende 24 uur zullen ze non-stop in de auto zitten, terug naar Bacau, 2200 kilometer verder. Terug naar huis.
Het verhaal van Adam is het verhaal van duizenden Roemenen. Ze kwamen begin dit jaar vol hoop naar Nederland, maar keren nu alweer huiswaarts. Waar tienduizenden Poolse immigranten 10 jaar geleden met hun neus in de boter vielen – er was immers werk genoeg – kwamen de Roemenen terecht in een land met een haperende economie, waar werk schaars is. Zeker als je – zoals veel laaggeschoolde Roemenen – nauwelijks Engels of Duits spreekt.Uitzendbureaus zeggen dat een derde van de door hen gehaalde Roemenen alweer terug is.
Adam zegt dat van de dertig Roemenen die hij hier kent, de helft weer naar huis is – even berooid als bij aankomst. Zelf heeft hij twee cadeautjes in zijn koffer zitten: een föhn voor zijn moeder en een tondeuse voor zijn vader. ‘Ze zijn allebei kapper. Een Roemeense föhn houdt het exact 5 maanden vol. Dan is hij kapot. Dit is een dure Braun van 60 euro, die zal het jaren doen.’
Overuren maken
De 9 maanden hard werken leverden hem meer op dan een föhn. ‘Ik heb 5000 euro spaargeld,’ glimlacht hij. Door álle overuren te pakken die hij kon krijgen wist hij zijn maandinkomen tot soms wel 1800 euro op te krikken. Een Spartaanse levensstijl zorgde ervoor dat zijn bankrekening groeide. ‘Maar veel Roemenen die hier kwamen, kunnen dat niet. Er zijn zo veel verleidingen. Sommigen gaan op zaterdag naar het bordeel en het casino, ze roken wiet en dan is al het geld al weer op. En de Roemeense meiden zijn verslaafd aan kleding. Ze blijven maar kopen.’
5000 euro is een klein vermogen in Roemenië. ‘In Bacau kan ik van 300 euro per maand leven. Misschien kom ik weer terug als er weer werk is, maar ik twijfel over het leven hier. De taal is een probleem. Ik denk dat ik hooguit twintig woorden ken. Uitzendbureaus willen je dan niet.’
Ionut heeft gestudeerd en werkte ooit als beurshandelaar. Zijn Engels is goed en hij spreekt vloeiend Italiaans. Nederland blijft lonken. ‘Maar ik kan niet zo blijven wonen,’ zegt hij, wijzend op het samengeraapte interieur in het huis en zijn piepkleine kamertje. ‘Zelf een huis huren is onbetaalbaar. Ze vragen borg.’
‘Wij zijn vervangbaar’
Hij zag ook dat zelfs migranten die hier al jaren zijn van de ene op de andere dag worden afgedankt. ‘Een Poolse jongen werkte al 3 jaar in de kaasfabriek. Hij mocht niet meer als uitzendkracht werken, dus hij vroeg om een vast contract. Er was niets op hem aan te merken. Hij werkte hard én goed, maar hij kon gaan. Plotseling was zijn Nederlands niet voldoende. Wij zijn vervangbaar.’
Ionut weet nog niet wat hij doet als hij vandaag thuiskomt. ‘Mijn zus werkt in Londen. Ze zegt dat daar werk voor me is in een hotel. Maar daar is het leven nóg duurder. Misschien word ik politicus. Roemenië kan een welvarend land zijn, als de mentaliteit van de mensen verandert. Daar zou ik aan willen werken. Als we de schouders eronder zetten en samen iets willen veranderen zoals de mensen in Nederland doen, kan Roemenië veranderen. Als iedereen op de bank blijft zitten wachten tot er iets gebeurt, blijft alles zoals het is.’
Gelijk heeft ie.
Ook in Roemenië kan veel werk verzet worden. Hopelijk komen mensen zoals Adam goed terecht en kan ie een moi leven leiden aldaar. Het is m gegund. En goed geprobeerd.